Cor Dam (Delft, 26 april 1935-29 juli 2019) volgde zijn opleiding aan de Koninklijke Academie voor beeldende kunsten in Den Haag en T.U. te Delft, vormgeving van beeldhouwende technieken. Hij was van 1950 tot 1965 werkzaam als ontwerper bij de Koninklijke Delftse Aardewerkfabriek (De Porceleyne Fles) te Delft, daarna tot 1980 bij de Keramische Ateliers Structuur 68 b.v. in Den Haag en vanaf 1988 als docent Vrij Boetseren aan De VAK in Delft.

In zijn jeugd boetseerde, tekende en plakte Cor al op de kleuterschool en is dat eigenlijk altijd blijven doen. Van al zijn interesses hebben tekenen, schilderen en boetseren het uiteindelijk gewonnen.

Cor Dam heeft een grote bewondering gehad voor het werk van Henri Moore (1898-1986), maar heeft zich ook laten inspireren door de beelden van Constantin Brâncuşi (1876-1957), Jacques Lipchitz (1891-1973) en Hans Arp (1887-1966).

Zowel zijn beelden als schilderijen hebben veel met elkaar gemeen. Zij worden gekenmerkt door geometrische motieven, waarvan de driehoek de belangrijkste is. Deze komt, steeds in verschillende uitvoeringen en uitgebracht in uiteenlopende kleuren, in zijn werken terug